God, wat zijn we er goed in. Oeverloos praten over woorden. Wekenlang debatteren of het nu wel of geen genocide is wat er in Gaza gebeurt. Of het geweld op het Malieveld wel of niet als extreemrechts moet worden bestempeld. We verliezen onszelf in definities, terwijl de realiteit op straat steeds grimmiger wordt.
Terwijl politici discussiëren over terminologie, worden politiebusjes in brand gestoken. Crimineel gedrag viert hoogtij. Vrouwen durven ’s avonds niet meer alleen over straat. En als je in de tram iets zegt over voeten op de bank, riskeer je een klap voor je kanis.
Ter Apel loopt over. Daklozen en uitgeprocedeerde asielzoekers hebben niets, en sommigen grijpen uit wanhoop naar intimidatie en diefstal. De grenzen blijven open, maar zieke kinderen uit Gaza worden geweigerd. De woningmarkt is nog steeds overspannen. Mijn zoon en dochter behoren tot de pechgeneratie, met torenhoge studieschulden, terwijl studenten van nu bijna gratis studeren.
Supermarktprijzen stijgen. Een concertkaartje kost je zomaar honderd euro. En dan heb ik het nog niet eens over benzine, gas, licht of tabak. Ondertussen zet de ene president de wereld op z’n kop, terwijl een andere oorlog blijft voeren in onze Europese achtertuin.
Sommigen trekken parallellen met Duitsland in de jaren ’30. Nationale onvrede groeide toen links én rechts, tot het explodeerde in een fascistische machtsovername en een gezamenlijke haat tegen “unerwünschten”. Antisemitisme groeit weer. En dat is niet zo gek als je ziet hoe Israël de Palestijnen behandelt — in Gaza, op de Westelijke Jordaanoever, en in de buurlanden die hen opvangen. Maar is dat fundamenteel anders dan hoe Amerika reageerde op Al Qaeda in Afghanistan? Of op Irak tijdens de Golfoorlog?
Woorden, in definities. In framing. De politiek lijkt te verzanden in woorden terwijl op straat de daden juist overheersen. Maar de wereld verandert niet door semantiek. De wereld verandert door actie. Door moed. Door het lef om te luisteren naar wie anders denkt, en het vermogen om samen te werken ondanks soms onoverbrugbaar lijkende verschillen.
We kunnen blijven praten over wat iets is, maar het is tijd om te praten over wat we doen. Over hoe we elkaar weer kunnen vinden. Over hoe we onze kinderen een toekomst geven die niet alleen draait om schulden, angst en verdeeldheid. Sta op. Spreek uit. Luister. Handel. Niet vanuit woede, maar vanuit verantwoordelijkheid. Praat met je buurman die anders stemt. Stel vragen in plaats van oordelen. Want als we blijven praten zonder te bewegen, dan worden we onderdeel van het probleem.